Vanille is denk ik de meest gebruikte smaakmaker in gebak. Je komt het in bijna elk recept wel tegen. Nu gebruikt elke zichzelf respecterende bakker vanillestokjes, maar zoals je misschien wel hebt opgemerkt, maak ik de laatste tijd meestal gebruik van vanillesuiker. Kijk maar eens naar het recept van deze cake of stoofperen met vanille en kardemom. Waarom ik kies voor vanillesuiker, lees je hieronder.
Vanillestokjes zijn de peulen van de vanille-orchidee. Deze plant wordt vooral in landen rond de evenaar verbouwd, waarbij Madagaskar één van de grootste producenten is. Omdat er de laatste jaren problemen waren met de oogst en de vraag naar vanille blijft toenemen is de prijs voor vanillestokjes enorm gestegen. Inmiddels betaal je in de supermarkt rond de 4 euro voor een vanillestokje en dan heb je nog niet eens de beste kwaliteit.
De smaak vanille kan echter ook kunstmatig verkregen worden en dat wordt ondermeer verwerkt in de zakjes vanillesuiker. Je kunt vanillesuiker ook zelf maken, door gebruikte vanillestokjes in een pot suiker te bewaren. Na verloop van tijd trekt de smaak en geur van de vanille in de suiker.
Je kunt ook zelf vanille-extract maken. Dat doe je door de peulen in een flesje wodka te stoppen en een aantal weken te laten trekken.
Vanillestokje of vanillesuiker?
Om mijn recepten zo toegankelijk mogelijk te houden voor iedereen, kies ik dus momenteel voor vanillesuiker. De smaak is niet hetzelfde als van échte vanille, maar een heel stuk betaalbaarder. Een andere optie is het gebruik van vanillepasta. Dit wordt gemaakt van vanillemerg uit de vanillestokjes. Goedkoper dan elke keer vanillestokjes kopen, maar duurder dan vanillesuiker.
Ik maak dus soms gebruik van vanillepasta, dat komt heel dicht in de buurt van echte vanille en verder natuurlijk gewoon vanillesuiker bij alledaagse recepten. Dus alleen als ik een uniek recept voor een speciale gelegenheid maak, kies ik voor echte vanille. En dan zorg ik ervoor dat ik de gebruikte peulen niet weggooi!
