Onderstaande basis ingrediënten heb je bijna altijd wel in huis en de frambozen en aardbeien kun je natuurlijk vervangen door andere bessen of fruit. Mijn kinderen vinden het in ieder geval erg lekker. En ze kunnen natuurlijk even helpen met roeren en beschuiten verkruimelen! Het is een ouderwets recept dat mijn moeder vroeger wel eens maakte en volgens mij zelfs mijn oma. Dus back to the old days!
Beschuitpudding
1 l melk
65 g custard (pak a 400 g)
1 zakje vanillesuiker
60 g suiker
75 g frambozenjam
6 beschuiten
1 bakje frambozen (125 g)
1 bakje aardbeien (125 g)
bekertje slagroom
Breng de melk aan de kook, maar houd 3-4 eetlepels koude melk achter. Meng de custard met de 2 soorten suiker en roer er de achtergehouden koude melk door. Maak een glad papje van de custard (zorg dat je zorgvuldig alle klontjes eruit roert). Roer 3 eetlepels gekookte melk door het custardpapje. Schenk dit papje al roerend door de rest van de melk en laat het op een laag vuur 2 minuten zachtjes doorkoken, blijf roeren. Laat de custard ongeveer 10 minuten afkoelen. Verwarm de jam met 150 ml water en roer dit tot een sausje. Verkruimel de beschuiten, verdeel ze over de 6 glazen en schenk er de helft van het sausje op. Snijd de aardbeien in stukjes en verdeel over de glazen. Verdeel de custard en schenk er tot slot de rest van het sausje over. Klop de slagroom stijf met wat suiker en schep het over de glazen. Garneer tot slot met de frambozen en serveer de pudding nadat hij is afgekoeld.